SGP: ‘Landelijk en provinciaal beleid mede debet aan vele stoppende agrariërs’

PUTTEN De SGP heeft haar zorgen gedeeld over de gevolgen van de stikstofmaatregelen voor de boeren. Dat deed deze fractie door schriftelijke vragen aan het college te stellen.

,,In de landelijke discussie is de landbouw ‘de kop van Jut’, wat het afgelopen half jaar tot boerenprotesten heeft geleid. Daarnaast heeft de provincie een toekomstvisie gepresenteerd: ‘Toekomst voor de Gelderse boer’. Daarin is onder andere te lezen dat niet-grondgebonden bedrijven zich concentreren op agrarische bedrijventerreinen. Putten heeft een groot en (nog) open buitengebied waarvan honderden boeren mede-onderhouders zijn. De SGP-fractie maakt zich zorgen over de gevolgen van de stikstofmaatregelen alsmede provinciaal beleid voor de Puttense boeren en in het verlengde daarvan zorgen over de leefbaarheid van het buitengebied. Is het college met de SGP-fractie van mening dat landelijk en provinciaal beleid mede debet is aan de vele stoppende agrariërs en daardoor de leefbaarheid van ons mooie buitengebied wordt aangetast?”, vraagt Jan van den Brink, fractievoorzitter van de SGP.

,,Het is van algemene bekendheid dat de agrarische sector onder druk staat en dat (wisselende) regelgeving hier een rol in speelt. Het landelijk beleid en het provinciaal beleid is er niet op gericht dat boeren gedwongen moeten stoppen, maar via stoppersregelingen wordt wel vrijwillig stoppen gestimuleerd. Los hiervan vinden we het belangrijk dat ons buitengebied leefbaar blijft. Onder meer door samenwerking binnen het Landbouwnetwerk regio Foodvalley zetten we ons in om verloedering in het buitengebied tegen te gaan. Vanuit dit netwerk is coaching en begeleiding voor alle agrariërs beschikbaar’’, geeft het college aan.

Op de vraag of het college bereid is om het Ministerie van Landbouw en de provincie Gelderland via een brief deze zorgen kenbaar te maken reageerde het college: ,,De regio Foodvalley heeft een reactie gestuurd naar de provincie Gelderland op de door u genoemde Toekomstvisie. In grote lijnen kunnen wij ons vinden in deze reactie. Een brief naar het ministerie van LNV lijkt ons op dit moment niet nodig.”

In de reactie van de regio Foodvalley is onder andere te lezen dat boeren voldoende grond nodig hebben voor een goed toekomstperspectief. ,,U gaat verkennen hoe het provinciale grondbeleid bij kan dragen aan de beweging naar natuurinclusieve landbouw. Dit juichen we toe”, aldus de reactie van Foodvalley. ,,Wij oriënteren ons op het opzetten van een kennisnetwerk rondom het bereikbaar maken van grond voor boeren die een verduurzamingsslag willen maken. Daarnaast pleiten we ervoor om grond ook letterlijk beschikbaar te krijgen voor agrariërs die de omslag naar natuurinclusief maken. Dat kan met subsidies of andere financieringsvormen, samen met verpachtende partijen, burgers, bedrijven of andere partners die willen investeren in grond. Specifieke aandacht vragen we voor de intensieve veehouderijen. Die hebben niet of nauwelijks grond onder het bedrijf, zodat dat geen onderdeel uit kan maken van een nieuw verdienmodel met bijvoorbeeld onderhoud van landschapselementen. De universiteit van Wageningen (WUR) doet veel onderzoek op de bedrijven. Kennis is een belangrijk exportproduct, ook met het oog op de wereldwijde voedselvoorziening. Met het ontwikkelen van nieuw beleid of het stimuleren van bepaalde ontwikkelingen met financiële prikkels kunnen agrarische bedrijven zich niet van vandaag op morgen aanpassen. We pleiten daarom voor maatregelen voor de lange termijn, zodat de ondernemers daarop hun bedrijfsactiviteiten en investeringen kunnen richten en zich stap voor stap kunnen aanpassen.”