Statistiek en snelheid

Tijdens mijn studeren bleek al snel dat het vak statistiek niet zo aan mij besteed was. Het lag niet aan mijn statistiekdocent op het hoger onderwijs. Op allerlei manieren probeerde hij ons termen als standaarddeviaties en varianten bij te brengen, maar het bleef toch allemaal te theoretisch. Hij was zelf vooral dol op getallenreeksen en bijzonderheden daarin. Wij hadden daarom ook eens een reeks voor hem met de vraag: ,,Welke van de volgende getallen hoort niet in het rijtje thuis: 13, 19, 22, 34, 41, 46?" Achteraf bleek dat hij er avonden op had zitten broeden om het uit te zoeken. Of hij het goede antwoord gevonden had en welk antwoord goed was, komt hieronder nog wel.

Dat die theoretische statistiek niet helemaal is blijven hangen, hoeft niet te betekenen dat er helemaal geen praktisch gevoel voor getallen is. Je hoeft niet per se statistiekles te hebben gehad om te weten of iets getalsmatig wel of niet kan kloppen. Vorig week las ik dat er op de Stationsstraat een snelheid van 173 km/u gemeten was. Het stond als kop in een ingezonden brief en er was een snelheidsanalyse bijgevoegd op basis van verkeersmetingen van de gemeente Putten om dit duiden. In dat staatje stond dat een bestelwagen die snelheid gereden zou hebben op de Stationsstraat waar 50 km/u is toegestaan. Ik geloof er echt helemaal niets van dat het een bestelwagen lukt om daar 173 km/u te rijden. Dan moet je op de kilometerteller op het eigen dashboard minstens de 190 voorbij zijn. Met een gewone auto zou de hoogste snelheid 167 km/u geweest zijn. Dan moet je dus ook al ruim 180 gaan volgens je eigen teller. Ik denk dat ik het volgende week maar eens ga uitproberen. Schrik niet, uiteraard niet op de Stationsstraat, maar op de Duitse autosnelweg als ik een paar dagen naar Zuid Duitsland ben.

Wat ook opviel, is dat de gemiddelde tweewielers-snelheid op 36 km/u was vastgesteld in de betreffende periode terwijl 62 km/u het gemiddelde van alles is. Nu wil ik hierbij niet meteen alle motorrijders tegen mij in het harnas jagen, maar die rijden over het algemeen echt niet veel langzamer dan het gemiddelde gemotoriseerd verkeer. Worden er dan ook (elektrische) fietsen en scooters meegeteld die zich wel aan hun lagere maximum snelheid houden? Hoe dan ook, ik geloof niets van de cijfers zoals die bij de brief gepresenteerd werden. Begrijp me goed, ik ben ervan overtuigd dat er op de Stationsstraat veel te hard gereden wordt. Dat staat hier los van, maar dergelijke ongeloofwaardige statistieken zo uitmeten maakt het verhaal er voor mij juist toch niet geloofwaardiger op.

Het getal dat niet in het rijtje thuishoort is overigens 41, want dat is een bami-gerecht. De overige getallen zijn nasi-gerechten. Onze statistiekdocent vond dat een heel flauwe grap. Het hielp vervolgens ook niet dat een student vroeg of hij er dan sambal bij wilde. Nee, statistisch gezien is dat nooit meer goed gekomen…

Martijn Fabriek.