Wij Putten: minder blauw op straat?

Klopt het dat er in Putten minder blauw op straat is dan voorheen en zo ja, wat valt daaraan te doen? Dat is de kern van schriftelijke vragen van Wij Putten aan het college.

Aanleiding voor de vragen is het beeld dat de Puttense wijkagent Roel van de Veen onlangs van zijn werk schetste in een interview in NRC Next. In het kort: hij komt soms wekenlang niet in zijn  wijk, vanwege allerlei andere verplichtingen en de norm van 80 procent op straat en 20 procent op kantoor haalt hij bij lange na niet. Op vragen in de commissie EBOR van 17 december had politieteamchef Lisette Cozijnsen dit beeld weliswaar enigszins genuanceerd, maar ook zij gaf aan dat de norm niet altijd haalbaar is.

Naar aanleiding hiervan wil de fractie van Wij Putten weten of het klopt dat er sinds de vorming van de Nationale Politie minder blauw is op straat. “We willen graag de cijfers van 2010 en 2018 van de politie-inzet op straat zien, om ze met elkaar te kunnen vergelijken”, zegt fractievoorzitter Herman Luitjes. Ook wil hij graag weten wat de burgemeester en de raad kunnen ondernemen om het blauw op straat weer terug te krijgen. “Komt er bijvoorbeeld meer inzet als straks het gemeentehuis klaar is, met een politiesteunpunt?”

Uit het interview in NRC Next kwam ook naar voren dat de wijkagent weet heeft van duistere praktijken in het buitengebied, maar dat er onvoldoende capaciteit zou zijn om dit aan te pakken. De fractie wil daarom ook weten of de burgemeester er voldoende zicht op heeft in hoeverre er ook in Putten sprake is van ondermijnende activiteiten. “Zoals eerder gezegd: we willen geen Brabantse toestanden in het Puttense buitengebied”, besluit Luitjes.