Hans van Beek (1943) haalt herinneringen op aan hoe hij als kind ronddwaalde in Putten in de jaren vijftig.
Hans van Beek (1943) haalt herinneringen op aan hoe hij als kind ronddwaalde in Putten in de jaren vijftig. Lian van der Zon

Een aanlokkelijk adresje

12 januari 2020 om 07:00 Historie Verhaal van Putten

Voor Verhaal van Putten vertellen (oud-)inwoners over hun herinneringen aan Putten. Eén van hen is Hans van Beek (1943). Als kind kon hij overal in Putten rondfietsen. Het was toen veel rustiger in het dorp. Hans van Beek ging graag kijken bij de stoommachines bij het station en bij de lokale winkeliers.

Lian van der Zon

,,In het dorp kon je overal als kind zomaar binnenlopen. Bij ons in de straat zat bijvoorbeeld een wagenmaker. Hij maakte houten boerenwagens die door paarden getrokken werden. De latere wagens waren ook wel van hout, maar met een onderstel van een oude vrachtwagen en luchtbanden. Dat noemden de boeren hier een bandenwagen.

Hier in Putten zijn de oorspronkelijke boerenwagens tot het laatste toe gebruikt, bijvoorbeeld met een rouwstoet. Als iemand uit het buitengebied begraven moest worden, dan werd de kist op de boerenwagen gezet en zo naar het dorp gereden.

ROUWSTOETEN Die rouwstoeten kwamen altijd bij ons langs. Als kind zag je dat wel. Mensen die vanuit het dorp begraven werden, werden gedragen. De buurt droeg de overledene naar het kerkhof, dat was de buurtplicht. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader en mijn opa drager waren voor de overleden zoon van kennissen. Mijn opa liep vooraan, want dat was een klein mannetje. Mijn vader was iets groter, die liep er tussenin. Dat was altijd zo: de kleinen liepen vooraan, want het gewicht van het draagbaar moest verdeeld worden over acht personen. Dan kun je natuurlijk niet een kleintje er tussenin zetten, want die doet dan niks. Dat kan ik me nog herinneren, maar dat is nog maar een vage herinnering, want dat is echt in het midden van de jaren '50 voor het laatst geweest.

KRUIWAGENS EN GEBAKJES Ik ging ook graag kijken bij de mannen die nog ouderwetse kruiwagens maakten. Ze hadden een paar machines om hout te zagen, maar ze werkten ook veel handmatig. Daar mocht je als kind gewoon bij gaan kijken, als je maar niet in de weg ging staan. Het kon ze niks schelen, al stond je daar een half uur te kijken.

Bij de bakker kon ik ook zo naar binnen lopen. De banketbakker was natuurlijk wel een aanlokkelijk adresje. De bakkersknecht was een hele aardige, vriendelijk man. Als ik zo even naar binnen liep en hij stond gebak klaar te maken, dan zei hij: 'O, deze is mislukt. Eet jij die maar op'. Nou, dat paste natuurlijk precies, een lekker gebakje.

KLOKKENLUIDER In de toren in het centrum werden de klokken nog met de hand geluid. Dat gaat nu automatisch. Er was een lang touw onderin de toren en daar werd aan getrokken door de klokkenluider van Putten. Alleen, die was in de oorlog weggevoerd met de razzia. Zijn vrouw bleef die klok luiden. Ze ging altijd met de fiets naar de toren, ik zie haar nog zo door ons straatje heen fietsen.

Haar jongste zoon was een speelkameraadje van mij. We gingen wel eens mee naar binnen als ze de klok ging luiden. We mochten dan ook aan dat touw trekken. Maar het mooiste was: als je klaar was met luiden, mocht je het touw nog even vasthouden. Door het gewicht van dat touw werd je als kind een heel eind mee de lucht in genomen. Steeds een korter stukje natuurlijk, net zolang totdat hij stil viel.

ZELF VLIEGERS MAKEN Op de plek waar wij nu zitten, waren in die tijd allemaal korenvelden. Dat was de Puttereng. Als het koren eraf was, dan mocht je van de boer gewoon het land in lopen. We gingen dan bijvoorbeeld vliegeren. Tegenwoordig ga je een vlieger kopen in de winkel, maar wij moesten die vlieger zelf maken. Dan ging je naar die wagenmaker, of naar de timmerman om te vragen of die een paar vliegerlatjes had. Daarna een klosje touw halen in het touwwinkeltje.

Een winkel hier in Putten verkocht vliegerpapier: een soort vet, glimmend papier. Je had nog geen kunststof, dat bestond nog helemaal niet. Lijm was er wel, maar niet altijd voor handen. De vrouw van het winkeltje zei: 'Oh, wacht eens even, dat kun je ook anders doen. Ik heb nog een paar gekookte aardappels over.' Eventjes met die aardappel over dat papier heen, en dat plakte ook. En daarmee maakte je zelf een vlieger. We waren ik weet niet hoeveel dagen bezig om die vlieger te maken."

VERHAAL VAN PUTTEN Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. De Puttenaer neemt elke maand één van die verhalen op in de krant. Kijk voor meer verhalen op de website www.verhaalvanputten.nl en volg Verhaal van Putten op Facebook en Twitter.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie