Maartje Schipper-Elbertsen
Maartje Schipper-Elbertsen Tim Stapel

'Het zijn toch allemaal mensen?'

22 april 2020 om 10:30 Historie Verhaal van Putten

Voor Verhaal van Putten vertellen (oud-)inwoners over hun herinneringen aan Putten. Eén van hen is Maartje Schipper-Elbertsen (1937). Zij woonde met haar ouders en broer in een boerderij aan de Meskampersteeg in Putten. Na de razzia in Putten werd het tot aan de bevrijding niet meer rustig in de omgeving van de familie Elbertsen.

Else Gootjes

De school in Diermen waar Maartje Elbertsen naartoe ging, was al tijdens de oorlog bezet door trekkers die daar 's nachts sliepen en aten. Deze mensen waren op de vlucht of op zoek naar eten.

,,Het was daar een onbeschrijfelijke bende. Daarom gingen we een halve dag per week naar school bij een oom van mij. Daar zaten we gewoon om de tafel, met een heel groepje uit de buurt. We kregen lezen, rekenen en taal. De boekjes kreeg ik mee naar huis en ik moest de hele week thuis leren. De volgende week ging je weer verder. Vanaf de razzia ging ik de hele winter niet meer naar school. We konden het spoor niet meer over en veel gezinnen waren erg ontregeld.''

ANNIE UIT AMSTERDAM ,,Er kwamen bij ons altijd veel trekkers langs. Op 15 februari 1945 kwam Annie (15 jaar) met haar moeder naar onze boerderij gelopen. Ze kwamen uit Amsterdam en Annie had haar hele voeten kapot. Mijn moeder maakte boerenkool en toen zijn ze blijven slapen. Maandagmorgen ging mijn vader naar de dokter in Nijkerk en zei: 'Je moet komen, want zo kan dat kind niet naar Amsterdam teruglopen.' Toen kwam die dokter en zei: 'Je houdt haar hier. Je hebt eten genoeg. God zal je ervoor zegenen.' Annie's moeder is na een paar dagen weer terug gegaan naar Amsterdam. Zij kwam nog een keer terug met kleurboekjes, rekenboekjes, een mooi blauw hoedje en een hele doos met alle kleuren zijden haarlinten. Dat vond ik geweldig. Annie is ook nog keer terug geweest naar Amsterdam, maar daarna is ze tot half augustus bij ons in huis gebleven. Ik vond het ontzettend fijn. We hebben altijd contact gehouden.''

BEVRIJDING De bevrijding herinnert Maartje Schipper-Elbertsen zich nog goed. ,,We zaten achter het huis: daar had mijn vader op het laatst nog een schuilkelder gemaakt. Mijn vader hield op een kaart bij waar de Engelsen en Canadezen zouden aankomen. Op een gegeven moment wist de hele omgeving dat ze eraan kwamen. Toen bakten we allemaal kleine pannenkoekjes. Die deed ik in een paar koffiebussen voor als we in de schuilkelder moesten wachten. Al die tijd met dat schieten hebben we in de schuilkelder gezeten. Mijn vader geloofde echt dat de oorlog afgelopen zou zijn. Hij was nooit angstig: wij moesten wel in de schuilkelder, maar hij zelf niet. Hij bleef aan de kant van de hooiberg staan. Hij keek waar het vandaan kwam.''

,,Op een gegeven moment gingen we even naar de buurvrouw. Dat was een klein stukje lopen. De buren kwamen van huis af lopen. Die hadden een zoon die bij de ondergrondse zat. Ze zeiden: 'De oorlog is afgelopen!' Maar mijn moeder vond het maar zo, zo. We liepen nog een stukje verder, maar toen hoorden we een vliegtuig aankomen. 'De schuilkelder in!' zei mijn moeder, zodat we niet op het laatst nog door iets getroffen zouden worden. Toen was het voorbij, toen was Putten bevrijd. Vlak daarna kwam de melkrijder langs. Die kwam zeggen: 'Ik ben in Putten geweest en wat ik daar gezien heb? Schitterend, een hele wagen met dode moffen.' Dat vond mijn vader heel erg. Hij zei: 'Het zijn toch allemaal mensen?'"

Na de bevrijding kon Maartje Elbertsen weer naar school. ,,Mijn vader hielp de school schoon te maken. De ramen waren eruit. Daar timmerden ze raampjes van mica in. De boekjes en de potloden waren er nog. We kregen van de overheid allemaal mooie, nieuwe, gele klompjes met plaatjes erop. Laarzen en schoenen waren op een gegeven moment tijdens de oorlog niet meer te koop.''

TIENTJE VAN LIEFTINCK Stof voor kleding was in de oorlog ook nauwelijks te verkrijgen. ,,Mijn vader had drie zwarte pakken. Eén gewoon zwart pak, één belijdenispak en één trouwpak. In de oorlog had mijn moeder van één pak de broekspijpen afgehaald en daar een rokje van gemaakt tot halverwege mijn benen. Daar kon ik niet in lopen, maar het moest wel. Anders had ik niets. Na de oorlog zei mijn vader: 'Ik ga eerst een lap stof kopen voor Maartje voor een jurkje.' Ik zie het nog voor me: heel mooi lichtblauw met allemaal kleine bloempjes. Honderdvijftig gulden gaf hij ervoor. Later kreeg je het tientje van Lieftinck. Toen moesten alle bankbiljetten ingeleverd worden en ingeruild voor nieuwe, zodat al het geld weer evenveel waard werd. Dat mijn vader die lap stof kocht moet voor die tijd geweest zijn, want anders had hij nooit die honderdvijftig gulden kunnen hebben.''

BEVRIJDINGSOPTOCHT ,,Ik ben met mijn vader en mijn broer bij de bevrijdingsfeesten in Nijkerk geweest. Dat was ergens in de zomer van 1945. We keken naar de optocht. Ik had nooit zoiets gezien. Er stond een man op die wagen, helemaal uitgekleed. Er stond een groot rond bord bij: de rest is bij de boeren. En dan hadden ze er bij één wagen een pop van een mof opgehangen en daar sloegen ze met een mattenklapper op.''

Maartje Schipper-Elbertsen leerde in 1954 haar man kennen met schaatsenrijden bij Oldenaller. ,,Ik was iemand die heel erg graag schaatste. Toen kon je nog rondrijden met z'n tweeën. Als meisje zijnde ging je in een rij staan en de jongens stonden daar tegenover. Dan wachtte je af. Op een gegeven moment vroegen ze dan of je een rondje wilde rijden. Dan kon je de hele Oldenallergracht rond.''

Lees op www.verhaalvanputten.nl verder over het leven van Maartje Schipper-Elbertsen. Zij vertelt bijvoorbeeld waarom ze geen boerenmeid werd.

Voor Verhaal van Putten vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in Putten. De Puttenaer neemt regelmatig één van die verhalen op in de krant. Kijk voor meer verhalen op de website en volg Verhaal van Putten op Facebook en Twitter.

Afbeelding
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie