College deelt zorgen VVD over brandweer niet

PUTTEN - Het college van Putten deelt de zorg van de VVD-fractie over de slagkracht van de brandweer bij calamiteiten in het buitengebied niet. Dat blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen, die de VVD stelde naar aanleiding van de brand in het clubgebouw van scoutinggroep Kon-Tiki, vorige week.

De VVD stelde de vragen naar aanleiding van berichten in de pers waaruit zou blijken dat voldoende bluswater in de directe omgeving van de brand niet voorhanden was. De VVD vroeg het college hierover om opheldering.

Volgens het college heeft de grote afstand tot voldoende bluswater geen invloed gehad op de adequate bestrijding van de brand. Wel erkent het college dat er in de gemeente plekken zijn waar de afstand tot aan voldoende bluswater groot is. ,,Daarom is er destijds ook geïnvesteerd in een slangenwagen met extra slanglengte'', laat het college weten.

Het college voegt daaraan toe dat er weliswaar landelijke richtlijnen zijn opgesteld over aanvaardbare afstanden tot voldoende bluswater, maar dat die richtlijnen voor het buitengebied niet gelden. ,,Dat is technisch en economisch niet haalbaar. En dit is in 1989 één van de argumenten geweest voor de aanschaf van de slangenwagen'', aldus het college.

,,De slangenwagen beschikt over 1.000 meter aan slangen. Als dat niet genoeg is, kan de brandweer terugvallen op de samenwerking met andere korpsen. Verder kan de brandweer beschikken over middelen voor 'groot water transport'. Dat zijn containers en slangen ter lengte van maximaal 2,5 kilometer.

De zorg van de VVD over mogelijke slachtoffers bij een brand als die in het scoutinggebouw -omdat voldoende bluswater niet direct beschikbaar zou zijn- deelt het college evenmin: ,,Voor de eerste aanval voor het redden van mensen heeft de tankautospuit een reservoir van 2.500 liter water. De tweede tankautospuit heeft nog eens 4.000 liter ter beschikking. Dat is normaliter voldoende om een redding uit te voeren'', meent het college.