Column Seibels

3 februari 2014 om 00:00 Nieuws

De kool en de geit

Er is weer eens een punt van discussie in ons dorp. Mogen er alcoholische versnaperingen worden aangeboden in sportkantines of verenigingsgebouwen? De plaatselijke horeca vindt van niet, de verenigingen vinden van wel. Tijdens een commissievergadering over dit immense probleem waren de gemoederen verhit. 'Hoe sparen we de kool en hoe sparen we de geit?' was de algemene verzuchting. Ik moet toegeven dat mij het verband tussen de geit en de kool niet helemaal duidelijk is, want als je de geit geen kool geeft dan heb je heel gauw ook geen geit meer. En het is deze overdenking die de oplossing van het probleem kan zijn. Leest u verder!

De plaatselijke horeca is jaloers op de verenigingen want zij doen iets wat de core-business is van de hapjes-en drankjesverkopers. Volgens de uitbaters nemen de verenigingen een aanmerkelijk deel van de klandizie weg en dat is niet leuk, want dat kost omzet. Vanuit de horeca gezien een niet onlogische gedachte, zij het dat het kortzichtig is en dat wijst mijn empirie uit na vele tientallen jaren Puttenaer te zijn.

De talloze malen dat ik in de plaatselijke horeca mijn avonden verpoosde, ben ik eerlijk gezegd 'bar' weinig mensen tegengekomen die ik ken van de vele plaatselijke verenigingen. En omgekeerd eigenlijk ook niet. Ik weet wel dat het mijn ervaring is en ook mijn interpretatie op deze ervaring, maar ik geloof niet dat de ene groep een commercieel gevaar oplevert voor de andere.

Wie gezellig wil gaan eten, gaat niet naar de verenigingskantine, want buiten een bal, een worst en andere kleine snacks is er wat het eten betreft weinig te beleven. En wie gezellig wil gaan drinken, zal -als de financiën het toelaten- ook niet kiezen voor een vereniginskantine, waar behalve wat kale tafels en wat stoelen aan café-jolijt weinig te beleven valt.

Omgekeerd zullen de sporters, hun fans, wat bestuursleden en enkele mensen die geheel vrijwillig diensten verrichten voor hun kluppie er geen moment over denken iets te gaan nuttigen in een horecagelegenheid. Voor zangers, zangeressen, toneelspelers en andere hobbyisten geldt dat ook. En wat betreft de mensen die wat te vieren hebben, zullen deze niet gauw hun heil zoeken in een horecagelegenheid, vooral niet omdat het daar allesbehalve gunstig geprijsd is. Bovendien is het niet zo dat er dagelijks een feestje in een clubgebouw gehouden wordt, terwijl de horeca-ondernemingen erop gericht zijn wel dagelijks hun waren te slijten (zou daar het woord 'slijter' vandaan komen?).

Kort gezegd: What's the problem? Moeten we over zulke futiliteiten nu echt gaan mekkeren en kostbare tijd aan verdoen?

Terugkomend op de kool en de geit zijn we uit het probleem door vast te stellen dat het ene bij het andere hoort. Zo moet de horeca er geen probleem meer van maken als in clubgebouwen een hapje en een drankje wordt verkocht en in ruil daarvoor zullen zangverenigingen er geen probleem van maken als in het café een luid gezang losbarst of als er iemand een stukje cabaret opvoert. En er zijn zelfs horecagelegenheden waar spel en sport wordt uitgeoefend, bijvoorbeeld bij het biljarten of het tafelvoetballen. Of moeten we voor een potje tafelvoetbal nu echt naar de voetbalkantine gaan?

Ik stel voor het te laten zoals het is en verder geen tijd te verknoeien aan non-regelgeving. Daar wordt al veel te veel tijd aan besteed. Wat dat betreft, kom ik binnenkort graag terug op een poll waaraan we via de WMO mochten meedoen. Het wachten is op de informatie die ik hierover heb aangevraagd...

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie