Raad voert debat over de inclusieve samenleving

PUTTEN De eerste motie ‘Putten inclusief voor iedereen’ werd ingediend door Wij Putten. Na het indienen van deze motie diende de SGP, mede namens Gemeentebelangen en de ChristenUnie, de motie ‘anti-discriminatie’ in. Er volgde een lang en uitgebreid debat. Uiteindelijk stemden alle raadsleden in met de motie ‘anti-discriminatie’.

Annemieke Westphal-Kreeftmeijer

Tijdens de raadsvergadering die afgelopen donderdag werd gehouden werden er twee moties ingediend waar lang over werd gedebatteerd.

De eerste motie ‘Putten inclusief voor iedereen’ werd ingediend door Wilma van Voorst van Wij Putten. ,,We hebben veel gesprekken gevoerd met onze inwoners uit de LHBTIQ+ gemeenschap. Maar over wie hebben we het dan. We hebben het over een seksualiteit of genderidentiteit die anders is dan wat je misschien zelf, je omgeving of de maatschappij van je verwacht. Of zelfs van je wenst. Ons dorp is daar niet anders in als het gaat om acceptatie en respect. Uitkomen voor je seksuele geaardheid kan veel stress opleveren, waarbij men vaak bang is om hun sociale omgeving te verliezen of voor ouders die zich misschien wel schamen. Homoseksualiteit wordt nog steeds niet algemeen geaccepteerd. Ze voeren vaak samen of los van elkaar een gevecht. We kunnen ook in Putten niemand buitensluiten en dat is belangrijk in het acceptatieproces van een LHBTIQ+’er. Het is de taak van de overheid om op te komen voor de rechten van een ieder. Wij verzoeken het college om met een plan van aanpak te komen om de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van de LHBTIQ+ gemeenschap te verbeteren en hierin ook andere groepen die zich gediscrimineerd of niet veilig voelen mee te nemen.”

Na het indienen van deze motie diende Hans ten Klooster van de SGP, mede namens Gemeentebelangen en de ChristenUnie, de motie ‘anti-discriminatie’ in. ,,De SGP is tegen elke vorm van discriminatie. Als iemand geconfronteerd wordt met geweld of discriminatie moet dat aangepakt worden. Daarin wordt geen onderscheid tussen verschillende mensen gemaakt. We moeten oog en oor hebben voor alle minderheden en ons niet exclusief richten op de LHBTIQ+ gemeenschap. Het is de taak van de (gemeentelijke) overheid en verkozen volksvertegenwoordigers om op te komen voor de rechten van een ieder zoals dat in artikel 1 van de grondwet is vastgelegd. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Binnen onze samenleving hebben mogelijk meerdere (groepen) mensen te maken met negatieve reacties en geweld en deze negatieve reacties kunnen invloed hebben op het welzijn en de gezondheid van deze mensen. In Putten streven we een inclusieve samenleving na waarin een ieder zich veilig en geaccepteerd moet kunnen voelen. Daarom verzoeken wij het college om in beeld te brengen of groepen mensen in onze gemeente te maken hebben met discriminatie en op basis hiervan met een plan van aanpak te komen om de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van deze mensen te verbeteren en dit, waar nodig, in de beleidsstukken van onze gemeente mee te nemen. Ook willen we de volledige samenleving hier actief bij betrekken.”

Lubbert van den Heuvel van de ChristenUnie geeft aan: ,,Als ik kijk naar de motie van Wij Putten wijkt de inhoud nogal af van de titel. Dat blijkt ook uit de bijdrage van mevrouw Van Voorst. Zij sprak 95 procent van de tijd over de groep LHBTIQ+. Wij spreken liever over een inclusieve samenleving. Dat doet niets af aan de pijn en moeite die kan leven binnen de LHBTIQ+ gemeenschap. Maar er zijn meer groepen die gediscrimineerd worden. Er is momenteel meer polarisatie dan er ooit geweest is. Wij willen de ene groep niet meer exclusiviteit geven dan andere groepen. Kijkend naar de motie ‘anti-discriminatie’ worden alle groepen ingesloten en daarmee zijn we echt inclusief bezig.”

Van Voorst reageert: ,,Wij zijn benaderd door tal van mensen uit de LHBTIQ+ gemeenschap die wel discriminatie ervaren en daar hebben we geen beleid voor. Dat hebben we wel voor andere groeperingen, zoals buitenlandse mensen of mensen met een beperking.”

CDA’er Wim van de Koot reageert: ,,Wat het CDA betreft is iedereen welkom om mee te doen, inclusief de LHBTIQ+ gemeenschap. Er is bij ons ruimte voor alle soorten opvattingen. Deze discussie wordt gelijk in de sfeer van discriminatie getrokken. En zet daarmee de discussie gelijk op scherp. Dat vinden we lastig, omdat er misschien een grote groep tussen zweeft die we ook het gevoel geven er niet bij te horen. Dat is de discussie die wij willen voeren. De motie van Wij Putten gaat grotendeels over de LHBTIQ+ gemeenschap, maar voor ons is het belangrijk dat iedereen mee kan doen en dat iedereen zich veilig voelt in onze gemeente. Mensen mogen nooit veroordeeld worden om wie ze zijn. In de motie van de SGP wordt de vraag gesteld om onderzoek te doen naar discriminatie. Beide moties lopen zo goed als gelijk en betrekken er allebei artikel 1 bij. Maar in beide gevallen gaat het heel sterk uit van het discrimineren van groepen in de samenleving. Wij kiezen eerder voor een stukje dialoog en begrip hebben voor elkaar. Op het moment dat je zegt u discrimineert is de ruimte voor een gesprek heel ver te zoeken.”

Robin Hoogendijk van Gemeentebelangen is blij met deze discussie. ,,We zoeken de verbinding met de uitvoering van onze taken en de verbinding met de samenleving. Het is goed om ons beleid tegen het licht te houden. We willen allemaal hetzelfde. Een onderzoek hoe is het nu hier in Putten en wat doen we goed en wat kan beter. Als wij de verantwoordelijkheid nemen om deze motie te steunen is het de eerste stap om te kijken wat we hier in Putten willen. Ik roep het CDA en Wij Putten de breed uitgezette motie van de SGP te steunen zodat we gezamenlijk onze verantwoordelijkheid nemen en dan kan het college ermee aan de slag. Ik wil onderzocht hebben dat groepen waar geen signalen vandaan komen ook discriminatie ervaren. Niet alleen kijken naar mensen die wel reageren maar ook naar mensen die zich niet durven te melden.”

Van Voorst licht nogmaals toe waarom de groep LHBTIQ+ in de motie van Wij Putten specifiek wordt benoemd. ,,Deze groep trok bij ons aan de bel. Juist deze groep geeft aan zich niet veilig te voelen in onze gemeenschap. Wij hebben genoeg informatie om aan te nemen dat ze negatief benaderd worden. Het is blijkbaar lastig om een groep die het moeilijk heeft expliciet te benoemen. Dan bestaan ze niet en zijn ze niet belangrijk genoeg.”

Van den Heuvel reageert: ,,Ik ageer tegen de laatste opmerking van mevrouw Van Voorst. Zij roept op tot een inclusieve samenleving en praat 95 procent van de tijd over één groepering. Wij willen een oplossing voor iedereen.” Ten Klooster: ,,Wij hebben in onze motie geen doelgroep genoemd, want het gaat over iedereen. De groep LHBTIQ+ krijgt hierin ook een plek. Ons nu neerzetten dat wij geen oog willen hebben voor die minderheid verwerp ik.”

Van de Koot geeft nog aan: ,,We hebben het gevoel dat wij een beetje tussen de beide moties inhangen en dat beide indieners elkaar wat aan het afvangen zijn. Waar het, wat ons betreft, over moet gaan is om voor totale acceptatie te zorgen voor groepen die moeite hebben om mee te doen.”

Na stemming wordt de motie van Wij Putten verworpen en Van Voorst legt een stemverklaring af voordat er gestemd wordt voor de motie ‘anti-discriminatie’. ,,De motie is eigenlijk dezelfde als die wij hebben ingediend. Wij hebben alleen deze groep expliciet genoemd. Voor ons is het een grote teleurstelling dat deze groep niet benoemd mag worden en dat we weer tegen deze groep moeten zeggen jullie doen er niet toe.”

Waarna de motie van de SGP kon rekenen op de totale steun van de gemeenteraad.