Bos met dansende bomen én historische waarde

PUTTEN Overal op straat is een stukje geschiedenis te vinden. Van de Koesteeg tot de Van Damstraat: elke straatnaam in ons dorp vertelt een historisch verhaal. In Straatje Om... vraagt de redactie naar de onbekende weg en probeert ze de oorsprong van Puttense straatnamen te achterhalen. Deze week wordt de Drieseweg besproken.

Officieel gemeente Ermelo, maar ook een graag geziene plek onder de Puttenaren: de buurtschap Drie. Daar is de Drieseweg in het bos van Putten naar vernoemd. 

In de allereerste editie van Een Straatje Om… werd het verhaal van de Friese edelman Folckerus besproken. Dit was de man die Putten voor het eerst in de geschiedenis op de kaart zette in de Akte van Folckerus. In diezelfde akte noemde hij ook al het buurtschap Thri, oftewel Drie. De buurtschap zou in ieder geval dus al sinds de negende eeuw bestaan.

Over de herkomst van de naam Drie wordt gespeculeerd. De website Mijn Gelderland schrijft dat de naam kan verwijzen naar het aantal huizen dat er staat, maar ook naar de drie wegen die vanuit Putten, Garderen en Speuld op de plaats van het buurtschap samenkomen. ,,Andere verhalen zijn dat Thri de naam is van de Germaanse/Keltische bosgod”, zo wordt op de website beschreven. 

Drie ligt midden in het Speulderbos. Dit bos komt in Putten samen met het Sprielderbos en staat bekend om haar kronkelende boomstammen. Buurtbewoners noemen het bos daarom het “bos van de dansende bomen”. Het bos ligt vrij hoog, omdat het zich op een stuwwal bevindt. Van veraf zijn de bomen dus al zichtbaar en daarom werd het bos eeuwen geleden als baken gebruikt door vissers op de Zuiderzee.

Omringd door een bos met dansende bomen dus, maar ook een bos met historische waarde. Behalve dat de naam van de buurtschap al in 855 door Folckerus in een document voorkwam, speelde de bossen van Drie ook een hoofdrol tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De buurtschap bleek namelijk een goede plek voor verzetsactiviteiten: midden in het bos werd een schuilplaats voor onderduikers gemaakt door de verzetsgroep van Drie. Ze lieten er onder andere Joodse families verstoppen. Jaren ging het goed en leek de verzetsgroep aan hun motto ‘Alles sal reg kom’ (vertaling: alles zal goedkomen) te kunnen voldoen.

Tot 13 december 1944. De groep was verraden. Drie leden van de verzetsgroep liepen in het bos en komen onverwacht de Sicherheitsdienst tegen. Ze konden geen kant op. Twee leden werden neergeschoten, van wie er één, de negentienjarige Jannes Born, direct overleed. De ander, Corneille du Corbier overleed een aantal weken later aan zijn verwondingen en het derde lid, Herman Leus werd op 8 maart 1945 gefusilleerd.

Hoewel de onderduikers het voorval hadden overleefd, heeft er in Drie dus een groot oorlogsdrama plaatsgevonden. Midden in het bos staat daarom een monument, ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Ook de schuilplaats voor de Joodse onderduikers is nog terug te vinden. Het is opgenomen in een cultuurhistorische wandelroute en te herkennen aan gekleurde paaltjes.

Naast dit oorlogsdrama staat Drie bekend om het Solsche Gat en om een sage over drie reuzen die vroeger op de Veluwe woonden. Alle drie bouwden ze een eigen huis en plantten ze bomen. Dit werd uiteindelijk het buurtschap Drie.

Sarah Westphal