Afbeelding
Hans Krudde Fotografie

Hans Krudde

26 januari 2023 om 10:06

Column

Difterie

Dirk had tijdens het telefonisch spreekuur gemeld dat hij een kalf had met een rare ademhaling. “Alsof er”, volgens zijn waarneming, “een oude dieselmotor in de stal stond.” Omdat Dirk een van mijn favoriete veehouders is en ik die ochtend de routebriefjes voor alle dierenartsen moest invullen, had ik hem bovenaan op mijn eigen routebriefje gezet. Was ik mooi op tijd om daar mijn ochtendkoffie te drinken.

Natuurlijk moest de koffie wel eerst verdiend worden. Het kalf maakte zowel bij de inademing als bij de uitademing een raspend geluid. Het dier was daardoor erg benauwd. Met zijn gestrekte hals en angstig kijkende ogen maakte het een meelijwekkende indruk. Volgens Dirk had het kalf al een tijdje wat geluid bij het ademen, maar omdat het dier nog vrolijk door het strohok danste, had hij er niet veel aandacht aan besteed. De afgelopen dagen was het echt heel veel erger geworden.

Het kalfje had last van difterie. Een bekend probleem dat veroorzaakt wordt door een bacteriële infectie van zijn keel. Die zit daardoor vol met onstekingsweefsel, waardoor er bijna geen lucht langs kan om de longen te vullen. De keel van dit beestje zat echt vrijwel dicht. In zo’n geval kan een kalf zelfs stikken. Via een snede in zijn hals moest ik een kunststof buisje aanbrengen in zijn luchtpijp. Hierdoor kon hij via dat buisje ademen. Het effect daarvan is altijd geweldig. Ook hier, want het dier kreeg direct weer lucht en voelde zich weer als vanouds. Dat is mooi, maar zo’n buisje in de luchtpijp heeft wel een risico. Want waar de ingeademde lucht normaal gesproken wordt gefilterd in de neus, heeft de stoffige stallucht nu direct toegang tot de longen van het dier. Waardoor de kans op lelijke luchtweginfecties erg groot is. In tegenstelling tot een arts in een ziekenhuis kan ik mijn patiënten niet in een steriele omgeving zetten. Aangezien een weiland altijd schonere lucht biedt dan een stal adviseerde ik Dirk, ook al was het nog vroeg in het voorjaar, om het kalfje toch maar buiten te zetten. Met allerlei injecties en een nabehandelingsadvies probeerde ik de keelontsteking en de daarbij behorende vernauwing te verminderen.

Na een week was ik weer terug om mijn patiënt te controleren. Het feit dat we flink moesten rennen om het kalfje te pakken te krijgen, gaf wel aan dat er in elk geval geen longontsteking was ontstaan. Toen ik met mijn duim het buisje afsloot werd ook duidelijk dat het dier zonder bijgeluiden te produceren weer kon ademen. Na het verwijderen van het kunststof buisje en het dichthechten van de wond, was het kalfje weer helemaal de oude. Soms zit het mee en gelukkig vond ook Dirk dat ik weer koffie had verdiend.


Gerard van Eijden, dierenarts