Jeugd sport genoeg, maar beweegt te weinig

PUTTEN - Met de sportdeelname in de gemeente Putten zit het goed. De sportdeelname is hoog, 77% van de kinderen is lid van een sportvereniging. Ook de organisatiegraad is hoog.

Door Henk Brinkman

Deze conclusie wordt getrokken in een onderzoek van de combinatiefunctionarissen voor sport, onderwijs en cultuur, van de gemeente Putten, die een onderzoek hebben gedaan naar sportdeelname door leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 va de Puttense basisscholen. Het onderzoek sportdeelname, dat eind maart 2012 is gedaan, geeft de combinatiefunctionarissen meer inzicht in het beweeggedrag van de kinderen uit Putten. Hoe staat dit er nu voor en hoe is het beweeggedrag na twee jaar inzet van de combinatiefuncties? Het onderzoek wordt over twee jaar herhaald.

De sportdeelname is hoog, 77% van de kinderen is lid van een sportvereniging. Ook de organisatiegraad is hoog. Slechts 5% van de kinderen sport ongeorganiseerd. De overige kinderen doen dit bij een sportvereniging of sportschool. Jongens en meisjes sporten allebei even veel. Wel zijn meisjes vaker lid van één of meer sportverenigingen en doen zij vaker mee aan individuele sporten (dans, turnen, paardrijden). Jongens kiezen meer voor teamsporten waarbij voetbal en vecht-, en verdedigingsport het meest populair zijn.

Als wordt gekeken naar de normen voor gezond bewegen wordt het beeld iets minder florissant. Als norm geldt dat kinderen onder de 18 jaar dat zij een uur per dag zouden moeten bewegen. Er zijn weinig kinderen die twee uur of meer aan de vier vormen van lichaamsbeweging doen.

De kinderen uit Putten sporten dus veel maar bewegen nog te weinig. Er moet elke dag voldoende bewogen worden maar hoe enthousiasmeren we de kinderen dit te doen? Een belangrijke stap is een goed en toegankelijk beweegaanbod voor de kinderen in hun eigen omgeving. Met de komst van de combinatiefunctionarissen wordt hier een grote verbeteringsslag gemaakt. Hierdoor wordt er na schooltijd een goed ingericht beweegaanbod gecreëerd waarbij plezier hebben in bewegen, en kennismaken met verschillende sporten centraal staat. Uit de antwoorden blijkt dat de kinderen graag mee doen met naschoolse activiteiten maar dat het wel vaker georganiseerd mag worden. Ook hierin hebben de combinatiefunctionarissen een groot aandeel, zo concluderen zij zelf in het onderzoeksrapport.

Als doelstelling beschrijven de combinatiefunctionarissen meer aandacht te besteden aan onbekender sporten. Zij willen daarmee voorkomen dat de grotere verenigingen steeds groter worden en de kleinere steeds kleiner. ,, Op die manier maken kinderen een bewustere keuze voor een sport in plaats van een sport te kiezen waar zijn of haar vriendjes of klasgenootjes al op zitten. Kiest een kind namelijk bewust voor een bepaalde sport die hij of zij echt leuk vindt is de kans van het verlaten van die sport(vereniging) op latere leeftijd veel kleiner. Hierdoor wordt het beweeggedrag van een kind duurzamer en is de stap naar een levenslange actieve levensstijl een stuk groter.''

Verder vinden zij het belangrijk een gevarieerd naschools beweegaanbod in de buurt te organiseren zodat kinderen geënthousiasmeerd worden om niet achter de computer te kruipen na schooltijd, maar om nog lekker een uurtje te bewegen.