Afpersing of niet?

6 januari 2012 om 00:00 Nieuws

ARNHEM (APA) - Wat speelde zich af in een huis in Putten op de vroege morgen van 2 augustus 2009? Was het een ordinaire ruzie of ging het om afpersing? Dat was de centrale vraag bij het hoger beroep van twee broers uit Harderwijk bij het gerechtshof in Arnhem. De twee werden in 2010 veroordeeld tot werkstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen, maar ze houden vol dat ze onschuldig zijn. Het openbaar ministerie (OM) denkt daar anders over. Die eiste opnieuw een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden tegen zowel de 37-jarige als de 30-jarige broer.

Het slachtoffer logeerde in het huis waar de oudste broer samenwoonde met zijn Puttense vriendin. Na een nacht vol drank en drugs kreeg hij ruzie met de jongste broer. Die wilde geld voor de bus naar Harderwijk. De logee weigerde dat, terwijl hij zou hebben beloofd een ruime vergoeding voor kost en inwoning te geven. De ruzie liep volledig uit de hand. De Puttense zou traangas in de ogen van het slachtoffer hebben gespoten en de jongste broer zou hebben gedreigd om met een mes zijn paspoort in stukken te snijden. Ook de oudste heeft het slachtoffer bedreigd. Na een half uur was de logee vertrokken.

Voor het Arnhemse hof ontkenden de Harderwijkse broers hun daden niet. Maar ze hielden vol dat het niet hun bedoeling was om de man geld afhandig te maken. Ze wilden hem alleen maar het huis uit hebben. Hun advocaten vroegen daarom vrijspraak voor afpersing. Volgens het OM ging het in de dreigende situatie wel degelijk om geld. Dat vond de Zutphense rechtbank in 2010 ook. Die veroordeelde de beide mannen én de vrouw. De Puttense is echter nooit in hoger beroep gegaan.

Het hof doet over twee weken uitspraak.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie