Afbeelding
Sarah Westphal
Een Straatje Om...

Mr. J.H. Schoberlaan

2 maart 2022 om 09:00 Overig

PUTTEN Overal op straat is een stukje geschiedenis te vinden. Van de Sparrenhof tot de Calcariaweg: elke straatnaam in ons dorp vertelt een verhaal. In Een Straatje Om vraagt de redactie naar de onbekende weg en probeert ze de oorsprong van Puttense straatnamen te achterhalen. Deze week praten we over de invloeden van de man achter de Meester J.H. Schoberlaan. 

Landgoed Schovenhorst: een vastgeroest begrip in het Puttens woordenboek. Al jaren is het de plek waar mensen uit Putten en omgeving graag komen om zich in de natuur te begeven. Toch bestaat dit bosrijke gebied pas relatief kort. In deze editie van Een Straatje Om gaan we in op de geschiedenis van Schovenhorst. Want de man naar wie de Meester J.H. Schoberlaan vernoemd is, is ook de man die aan de start van het landgoed stond.

Johan Hendrik Schober werd in 1818 geboren in Utrecht, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen. Na zijn studie Rechten ging hij aan de slag als advocaat. Schober voelde zich sterk betrokken bij de Nederlandse economie. Die betrokkenheid leidde tot plannen om de vele stukken woeste grond in ons land, anders in te richten. Dit zou de welvaart goed doen. 

Om hier zijn steentje aan bij te dragen kocht hij in 1848 een stuk grond aan de rand van Putten. Dat werd Landgoed Schovenhorst: een geschikte plek om bosgrond van te maken. Hij wilde er experimenteren met verschillende boomsoorten. Zo’n duizend gulden legde hij ervoor neer, zodat hij later antwoord zou kunnen geven op een voor hem prangende vraag: kan een stuk woest grond de basis worden van een bosrijk gebied?

Het antwoord kunnen we inmiddels, na ruim 170 jaar geven: ja. Een groot gedeelte van de bossen tussen Putten en Garderen is immers op die manier ontstaan. Maar voor dit zover was, besloot Schober klein te beginnen. Hij begon zijn experimenten in een kwekerij, waar hij verschillende boomzaden liet ontkiemen. Vervolgens probeerde hij die kleine plantjes uit te laten groeien tot bomen op een klein stukje van zijn grond. Zo kon hij kijken of de woeste Veluwse grond geschikt was. Pas als dat het geval was, kon hij een bomensoort op grotere schaal gaan planten. 

Omdat het project voor Schober veel geld kostte, droeg het niet direct bij aan de economische ontwikkeling, terwijl dat één van de voornaamste doelen was, die Schober voor ogen had. Toch kon hij daar op een andere manier aan bijdragen. In 1888 werd namelijk de Nederlandsche Heidemaatschappij opgericht, met Schober als commissaris. Dit oorspronkelijke adviesorgaan stond volledig in het teken van het ontginnen van woeste gronden, het in stand houden van bossen en het verbeteren van gronden. 

In die tijd was dit een noodzakelijke organisatie, omdat zandverstuivingen veel op de Veluwe voorkwamen. Die verstuivingen waren gevaarlijk, maar konden worden tegengehouden door de aanleg van bossen. Schober pleitte daarom ook voor bemoeienis van de Nederlandse staat. Gemeenten hadden geen geld voor die bosaanleg en daarom moest de overheid een rol gaan spelen. Dit betekende in 1899 het ontstaan van Staatsbosbeheer, een overheidsorganisatie die mede door toedoen van Schober is opgericht.

Tot zijn dood in 1901 was Schober commissaris van de Nederlandsche Heidemaatschappij en gingen gerelateerde zaken hem aan het hart. Hij speelde een hoofdrol in de Veluwse én Nederlandse bosontginning, waardoor Nederland er tegenwoordig uitziet, zoals wij ons land kennen.

Sarah Westphal

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie