Leontine Boel is na veel omzwervingen toch hoefsmid geworden.
Leontine Boel is na veel omzwervingen toch hoefsmid geworden. Janiek Bolks
Dit doe ik

Hoefsmid: weten wat een paard nodig heeft

6 oktober 2022 om 11:00 Achtergrond

PUTTEN Iedereen doet iets bijzonders. De een heeft een speciale of grote verzameling, de ander een leuke hobby en weer een ander kan met vrijwilligerswerk iets voor een ander betekenen. Ook zijn er mensen die een bijzondere sport beoefenen. Dit keer vertelt Leontine Boel over haar werk als hoefsmid.

Eigenlijk wist Leontine Boel al op haar negende, dat ze later graag hoefsmid wilde worden. Als jong meisje wilde ze namelijk dolgraag ponyrijden, maar dat mocht helaas nog niet van haar ouders. Ze zeurde net zo lang, tot ze dan eindelijk op ponyles mocht. En ja, daar was toevallig een hoefsmid bij een paard aan het werk en dat intrigeerde Leontine van het begin af aan mateloos. Leontine vertelt: ,,Iedereen in mijn omgeving wist toen al, dat ik graag hoefsmid wilde worden.”

,,Maar toen ik eenmaal vijftien jaar was, werd het mij van alle kanten toch sterk afgeraden. Het was te zwaar werk, ik was nog te jong, het zou slecht zijn voor mijn rug….. Dus volgens iedereen; beter van niet. Tsja, en toen wist ik het even niet meer. Om toch maar iets te kiezen ben ik aan de opleiding voor schoonheidsspecialiste begonnen. Ik heb het wel afgemaakt, maar merkte al vrij snel dat het helemaal niks voor mij was. Ik heb dan wel altijd mooie gelakte nagels, maar verder doe ik gewoon mijn haar in een paardenstaart en weer door. Na de opleiding ben ik tijdelijk in mijn vaders bedrijf gaan werken. Hij is glazenwasser. Maar dat bleek het ook niet te zijn voor mij. Toen ik twintig was besloot ik toch maar weer terug te gaan naar school om dit keer wel de opleiding tot hoefsmid te gaan doen. En toen vielen opeens alle puzzelstukjes op z’n plek.”

Leontine vervolgt: ,,Ik had vroeger nooit iets met leren en naar school gaan, maar ik durf wel te stellen dat ik van mijn opleiding tot hoefsmid echt geen dag heb gemist. In mijn klas zaten allemaal twintigjarigen die ook eerst wat anders hadden gedaan. Maar het grappige was wel, dat het op de opleiding tot hoefsmid meestal andersom ging. Dat ze na deze opleiding toch liever kapster wilden worden. Terwijl ik juist eerst schoonheidsspecialiste was geworden en daarna hoefsmid. De theorielessen volgde ik op school in Zwolle en de smederij zat ernaast. Om te oefenen hadden wij soms echte paarden, maar meestal oefenden wij gewoon op opgezette hoeven van de slachterij.”

,,Van mijn leermeester Gijsbert Bouw uit Nijkerk heb ik veel geleerd. Hij zei altijd, dat je goed moet kijken als iemand met zijn of haar paard komt aanlopen. Een geoefend oog ziet gelijk hoe het paard loopt, hoe hij landt en staat. En als je dat weet, weet je precies wat het paard nodig heeft. Doorgaans moeten na elke zeven tot acht weken de hoeven weer gekapt worden, met nieuwe ijzers eronder. In Nederland werken ongeveer 1400 hoefsmeden, waarvan er in Putten zeker zes actief zijn. Het is niet meer bijzonder om als vrouw hoefsmid te zijn. Drie van mijn vriendinnen zijn het ook. En mijn ouders zijn trouwens ook wel wat gewend, want mijn zus is vrachtwagenchauffeur.”

Joyce Kruizenga-Elskamp

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie