Geld klompenpaden moet blijven
3 december 2019 om 14:14 PolitiekPUTTEN Het is gewenst dat de provincie Gelderland blijft bijdragen aan het beheer en onderhoud van de klompenpaden. Dat is de kern van een brief die door de gemeente Putten wordt gestuurd aan het Gelders college van gedeputeerde staten.
Wijnand Kooijmans
Door de provincie Gelderland is dit jaar aan burgemeester Henk Lambooij en de Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG) meegedeeld zij meerjarig willen bijdragen aan het beheer en onderhoud. Dit omdat de klompenpaden worden gezien als een prachtig product en een aanwinst voor Gelderland.
SUBSIDIE Dat was reden subsidie toe te kennen aan de SLG voor dat beheer en onderhoud en zo het partnerschap met gemeenten en de stichting landschapsbeheer verder vorm te geven. De provinciale subsidie maakt dat SLG de gemeente Putten per klompenpad een korting kan geven van duizend euro op beheer en onderhoud.
Met het Norderpad, Hoevevelderpad, Huinerpad en Oldenallerpad beschikt de gemeente Putten over vier klompenpaden. De provinciale subsidie lijkt echter in gevaar te komen. SLG is meegedeeld dat de provincie vanaf 2020 liever geen financiële bijdrage meer wil leveren aan beheer en onderhoud. Dat wordt door partijen zeer betreurt en zij begrijpen ook de redenering van de provincie niet om het partnerschap met betrekking tot de continuïteit van de klompenpaden nu al weer op te zeggen.
Dat maakt dat een brief aan gedeputeerde Peter van 't Hoog wordt gestuurd met als doel dat de subsidie wordt voortgezet. Vanuit de gemeente Putten wordt onderstreept dat goede wandelmogelijkheden erg belangrijk zijn voor toeristen. Ook veel inwoners van Putten en directe omgeving maken gebruik van de klompenpaden.
SLG werft de vrijwilligers die maandelijks alle routes nalopen en hand- en spandiensten verrichten voor het begaanbaar houden van de routes. Ook worden de contracten beheerd die worden afgesloten met eigenaren over wiens grond de paden voeren.
VISIE In het coalitieprogramma van Wij Putten, ChristenUnie en SGP is opgenomen dat waar het mogelijk is mee wordt gedaan aan de optimalisering van de wandel-, fiets-, ruiter- en mountainbikeroutes.
